l
Vrijdag 4 december. Ik heb mijn eerste boksles na drie weken verkoudheid en buikgriep… en ik heb zin om mijn lichaam weer iets te laten dóen. Boksen! Ja!
Paulo haalt me beneden in de fitnessruimte op, waar ik bezig ben een apparaat uit te proberen waarmee je jezelf (zittend) met je benen horizontaal wegduwt.
Ik wil graag naar de ‘koude’ zaal, beneden, omdat ik meen dat de inspanning dan minder moeite kost, maar Paulo dirigeert me naar boven want voor hém is het beneden te koud… Paulo! mietje!:) Maar oké, hij zijn zin. Wij de trap op. Het is lekker warm in de zaal boven, niet té, en er hangt géén bokszak of iets van dien aard… ik concludeer dat ik vandaag alleen tegen de pads van Paulo zal slaan.
Is ook zo. Ik sla alleen tegen de pads van Paulo. In een zee van (tl-)licht doe ik de juiste pasjes op de turquoise vloer van harde foam. Zodra Paulo zijn linkerpad ophoudt (voor mij is dat de rechter) en jab roept, doe ik met mijn linkervoet een stap naar voren en sla tegen de pad. Meteen gaat ook Paulo’s rechterpad fel omhoog, ik draai mijn rechtervoet iets naar binnen bij en haal uit naar de pad. Zo gaat het een tijdje door. Eerst alleen jab-stoot, daarna jab-stoot-hoek-jabjab, et cetera… Het gaat prima, al denken mijn knokkels en vingers er af en toe genuanceerd anders over…
Eerst blijven we op één plek in de ruimte. Daarna komen we in beweging. Maar net als ik lekker in een ritme kom, is het ‘en nu naar de vloer! líggen! húp-up-up op je buik!’ Ik duik gestrekt neer en krijg een breed elastiek boven mijn borsten langs; ik begrijp dat ik in een soort van lus kom te hangen. Ik krijg instructies. Aha, ik moet me opdrukken. Met mijn gebokshandschoende vuisten op de vloer, gestrekte armen, tenen aan de grond, het lichaam in een schuine rechte lijn, buig ik door mijn armen, ‘kont naar beneden!’, het valt me zwaar, het tempo wordt opgevoerd, gelukkig helpt Paulo me met zijn elastiek, hij houdt me op tijd tegen en zorgt er zo voor dat ik bij het neergaan geen stomp op mijn neus krijg van de vloermat. Ondertussen denk ik: je moet je pt wel vertróuwen om deze oefening vrijuit te kunnen doen… Ik zég het later ook, half gekscherend: ‘Paulo, als je me ooit expres loslaat, dan…’
‘Nou, wat dan…?’
‘Dan… dan… vertrouw ik je nooit meer…!’
En Paulo verklaart sussend dat het nooit té vreselijk kan zijn om met je gezicht op de vloer te kwakken want zo hard is de vloer hier niet…
‘Draai je maar om! Kom op! Op je rug! Handschoenen in de nek!’
Paulo staat naast me en houdt de pads een meter boven mijn buik, en ik moet er met rechte benen naartoe, opwaarts. Telkens als ik mijn benen bijna verticaal heb krijg ik een tegemoetkomend klapje van de pad tegen mijn (blote) schenen. De linker voel ik niet, dat is mijn ‘kunstscheen’, maar de rechter wordt steeds geraakt op de plek waar ik de dag ervoor de ijzeren trapper van mijn fiets tegenaan kreeg…
Na de grondoefeningen moet ik snel omhoog. En dát gaat niet. Ik kan alleen opstaan door me om te draaien en mijn handen aan de vloer zetten. Als een peuter. Dat is omdat ik mijn linkerbeen niet goed kan buigen. Bovendien wijst de voet van dat been altijd stijf naar voren. Ik kan hem niet in een andere stand zetten… Des te mooier is het dat het been me bij het sparren niet in de weg zit. Het reageert wel trager dan ik zou willen en de stomp wordt licht gemangeld (hoe dat voelt beschrijf ik nog weleens), maar ik ben niet bang meer dat mijn prothese bij het boksen afglijdt, zoals in het begin… boksen is in die zin veiliger dan gewoon lopen, want bij het boksen blijven je voeten dichter bij de grond…
We nemen even pauze waarin ik slokjes water krijg en een dextrosesnoepje, maar dan, na een kleine ontwijkingsoefening, moet ik opnieuw naar de vloer voor de grondoefeningen op buik en rug… ik kreun dat ik net ziek ben geweest, maar er is geen genade…
En daarom zit de les van vrijdag nu, vier dagen later, nóg in zowat al mijn lichaamsdelen…
Trainen bij Paulo? Weet waar je aan begint… J
(Over het boksen als ‘dansen’: komt nog!)