[2 december 2015]
Vrijdag 13 (!) november, de dag van de akelige aanslagen in Parijs, heb ik van Paulo mijn eerste (en vanwege mijn fikse griep voorlopig ook laatste) boksles bij Harimau Fightclub in Groningen. Ik voel me al niet helemaal lekker, maar wie gaat boksen zeurt niet over kwaaltjes en pijntjes, niet bij Paulo. (Ik doe dat soms wél maar het enige wat me dat oplevert is een extra oefening… 🙂
Fijn dat er geen verwarming aan is in de oefenruimte. Dat voorkomt oververhitting en ademnood. Het is een prettige grote ruimte, mét spiegel zodat je je af en toe goed kunt schamen over je faliekant verkeerde houding… (valt mee hoor!:)
Eerst even wat slagen tegen de bokszak… ik sla te langzaam en te zacht, vindt Paulo… hij doet voor hoe het moet… in snelle afwisseling beukt hij op de zak in… ik probeer het ook… ik zet me schrap, ook mijn kunstvoet geeft genoeg tegendruk, ik fluister ‘brave voet’, en ram dan als een dolle links en rechts tegen het leer, maar het zware ding geeft niet mee en alle kracht die ik erin stomp wordt meteen weggeslokt… ik geef lucht aan mijn frustratie en mag dus meteen nog wat langer doorgaan…
Al snel zitten we in de schwung van het links-rechts-hoek-links-links (oftewel jab-stoot-hoek-jab–jab). Door afwisselend links en rechts de pads voor me op te houden, regisseert Paulo mijn slagen en vangt ze ermee op. Hij beweegt achterwaarts en soms voorwaarts of zijwaarts door de ruimte. Ik volg; steeds het linkerbeen voor en het rechterbeen achter, schuif-hups ik mee op zijn spontane choreografie. Nu eens krijg ik een aanmoediging, dan weer een brul (‘Je slaat als een ouwe opa!’) … en ‘hup-hup-hup!’ weer naar de zak waar mijn vrijgevige harde stompen tegen het leer nauwelijks iets in beweging brengen, iedere stomp wordt meteen gestopt…
Gelukkig is er af en toe een (ultrakorte) pauze waarin ik mijn armen mag laten hangen en Paulo me een slok water brengt. En door gaan we weer. Nu met een oefening om slagen te leren ontwijken. Daar komt Paulo in slow motion met zijn rechterschouder naar voren; hij legt me uit wat ik moet doen; nadenkend stap ik achterwaarts uit naar links. En vice versa. We doen het een aantal keren, tot ik doorheb welke pasjes ik moet maken en het soepel begint te gaan. Naar links uitstappen vraagt om andere, ook kleinere pasjes dan het ontwijken naar de andere kant.
Soms lijkt boksen wel op dansen.
Maar daarover schrijf ik de volgende keer…